MasterTennis interviewt Jacco Eltingh, deel 2.
We treffen Jacco Eltingh, technisch en commercieel directeur van de tennisbond, in zijn eigen tuin. Nog bezweet van een potje tennis tegen zijn zoon. Hij oogt afgetraind. Klaar voor zijn zware opdracht om proftennissers van Nederland weer mee te laten doen op het hoogste podium. Net zoals in zijn gouden jaren. Een uitgebreid gesprek over mobieltjes, Canada, Robin Haase, een ambitieus beleidsplan en de drijfveren van Jacco zelf. Vandaag het tweede en laatste deel van het interview.
Jeugd en tennisscholen
‘Iets wat in 30 à 40 jaar een bepaalde kant op gegaan is, ga je niet in een twee of drie jaar omvormen. Mede door het feit dat we geen bondsjeugdopleiding hebben gehad in zes of zeven jaar, zien we nu een hiaat in kwantiteit en kwaliteit. Met een bondsjeugdopleiding heb je minder versnippering van aanleg. Daarom voeren we die weer in.’ ‘Daarnaast zijn er 34 door de KNLTB gecertificeerde tennisscholen vanaf september. Dat aantal kan per jaar fluctueren. Want ik wil geen geld in scholen blijven stoppen waar geen kinderen zitten of die niet voldoen aan de kaders van samenwerking. Elk jaar maakt de KNLTB een selectie. Het is ook topsport voor deze scholen. Ze moeten weten of ze onze benchmark halen. Het kan geen automatisme zijn dat we met deze scholen blijven werken, omdat ze het vroeger goed deden. Dat is precies de reden waarom we afgegleden zijn.’
Hoe monitoren jullie de scholen?
‘Dat doen we heel streng. Collega’s gaan naar tennisscholen toe, we hebben elk kwartaal-kennissessies, we organiseren bijscholing waarvoor ze punten krijgen, we zien deze mensen op toernooien. Evaluatierapporten worden gemaakt, de scholen moeten dagen organiseren voor instroom, we hebben een digitaal dashboard over deze scholen, dus ik weet alles van ze. Natuurlijk gebeuren er wel eens zaken waar we niet of later van horen, maar dit is zelden.’ ‘Nu zitten er 166 kinderen in de jeugdselectie, waarvan 33 in de nationale jeugdselectie. De 166 krijgen trainingssubsidie van de KNLTB, namelijk 60% van hun volledige groepstraining bij een gecertificeerde school; de 33 kinderen krijgen ook een buitenlandprogramma. Dus door onze maatregelen raken de kinderen al meer geclusterd.’
Is er een beloningsstructuur voor de tennisscholen?
‘Nee. Er is geen opleidingsvergoeding. Ik zou geen reden weten om dat te doen. Als KNLTB betalen we al die 60% van de groepstraining aan de tennisscholen. Dat is een half miljoen euro per jaar. In de laatste jaren is dat verdrievoudigd. De overige kosten betalen de ouders zelf.’
Future en Challenger niveau. Wat zijn je directe ambities?
‘De steun aan de spelers uit Groep 4 en 5 uit het plan Five Steps To The Top moet nú tot resultaat leiden. In het jaar 2020 hoop ik dat we bij de dames rondes gaan winnen bij de $ 60.000 toernooien en dat ze zich kwalificeren voor de Grand Slams. En ik hoop dat we bij de dames meer cohesie vinden in de groep. Elkaar beter maken.’ ‘Bij de mannen is het doel voor 2020 dat we Challenger-toernooien gaan winnen. Daar komen minimaal zes spelers voor in aanmerking. Ga maar schrijven: Robin Haase, Igor Sijsling, Tallon Griekspoor, Scott Griekspoor, Jelle Sels, Tim van Rijthoven. Botic van de Zandschulp. Voor Jesper de Jong en Ryan Nijboer zou een Challenger-overwinning nog een beetje boven hun verwachting liggen. En dan zijn er nog een paar spelers die er tegenaan zitten en goed spelen: Gijs Brouwer en Niels Lootsma, die het in de Futures moeten laten zien.’ ‘En ik gun Thiemo de Bakker nog een Challenger overwinning. Die kan het ook nog! De ene speler kan hard lopen en de andere heeft een goede backhand. En de ene speler heeft duidelijkheid in z’n kop en weet wat hij moet doen en de ander heeft daar weer meer moeite mee. Dat wordt vaak nagedragen: die heeft niet zijn best gedaan. Maar je best doen is ook een aspect dat je moet beheersen. Er wordt snel negatief over geoordeeld als dat aspect niet aanwezig is.’
Moet Robin Haase Challengers gaan spelen nu hij buiten de top-100 staat? Of moet hij proberen de beste dubbelaar ter wereld te worden?
‘Hij moet Challengers spelen, omdat zijn ranking dat nodig maakt. Hij moet de singel niet laten lopen. Zijn tennisniveau is ATP-niveau. Robin is nog veel te goed in de singel. Hij moet wel met Raymond Knaap te rade gaan waarom hij is gezakt in de ranking. Ik heb niet genoeg wedstrijden van hem gezien en niet vaak genoeg met Raymond daarover gesproken om daar zelf een goede mening over te hebben. Maar als je in de dubbel de finale van een Masters series toernooi haalt, kun je er niet slecht in zitten. Waarom dat niet lukt in de singel is een puzzel. Toch verwacht ik dat hij terug komt op ATP-niveau.’
Heb je mensen in dienst die zich toeleggen op mentale begeleiding van spelers?
‘Nee. De kennis van deze vaardigheden moet in de gewone coaches zitten. Dus de gewone coaches die met spelers dagelijks werken moeten steeds meer bagage hebben om prestatiegedrag te stimuleren. We proberen coaches beter te maken op dat aspect. Daar waar nodig maken we gebruik van onze bondsarts als vertrouwenspersoon, aangevuld met een groep van specialisten om ons heen waar spelers gebruik van kunnen maken daar waar we dat nodig achten en afhankelijk van hun specifieke behoeften.’
Heb je iemand als Stanley Franker nu weer in huis?
Lachend: ‘Dat ben ik zelf, binnen deze functie! Met een fantastisch team: Paul Haarhuis (bondscoach heren), Roel Oostdam (bondscoach dames) Marcel Vos bij de jeugd, Peter Wessels als assistent bondscoach NTC. Alex Reijnders natuurlijk ook en we raadplegen veel mensen die vroeger het Nederlandse tennis erg gesteund hebben. Met deze mensen ga ik graag door, daar zijn we mee op de goede weg. Zij geven veel verschillende input en zijn geen ja-knikkers; ze vullen mij aan. Wel zijn er meer travelling coaches nodig. Maar er moet wel eerst de fiducie zijn dat er voldoende spelers zijn om hiervan gebruik te maken.’
Zou je iemand als Sven Groeneveld binnen de KNLTB willen gebruiken?
‘Ja. Ik spreek Sven heel af en toe. Hij is door ons gevraagd om een keer naar onze dames te kijken als zij in Nederland aan het trainen zijn. Dat is maar een klein dingetje. Maar ik vind het aan Sven en anderen om naar mij toe te komen om aan te geven dat zij graag iets willen betekenen. Sven is een topper op het allerhoogste niveau van coaching. Alleen hebben we helaas nog niet de speelsters waarvan ik vind dat de kwaliteit van Sven daar tot zijn recht komt. Maar als hij aangeeft dat hij terug wil, bijvoorbeeld in Nederland gaat wonen en wil helpen om jongeren op te leiden op ITF- en Challengerniveau en onze coaching te verbeteren, dan zou het dom zijn om daar geen gebruik van te maken. Als hij klaar is om het Nederlandse tennis te helpen ondersteunen, dan weet hij dat hij bij me kan aankloppen. Dat geldt ook voor anderen.’
Baal je van het negatieve mediaklimaat?
‘Media mogen kritisch zijn, maar op basis van feiten, na hoor en wederhoor. Mensen die ongenuanceerde onzin schrijven zijn eigenlijk geen tennispassionisten. Die breken meer af dan ze opbouwen. Kritisch signaleren is hartstikke goed, dat moeten we hebben, dat houdt je scherp. Mensen die alleen maar roepen en er zelf geen fluit aan doen, daar heb ik zo’n hekel aan! Daar heb ik last van en dat doet me pijn. Als je iets signaleert: iedereen heeft mijn mobiel. Bel effe’
Waar ga je jezelf op afrekenen?
‘Dat ik iets achter laat dat beklijft en dat een basis vormt waarop we op constante wijze toptennis kunnen bedrijven in Nederland, op alle fronten: budget, structuur, collega’s. En dat ik volledig vervangbaar ben. Zover is het nog niet. Op een aantal fronten ben ik nu al vervangbaar, maar op andere fronten nog niet. Ik heb met reden voor drie jaar bijgetekend. Mijn dankbaarheid drijft me. Wat ik in mijn leven heb, heb ik aan tennis te danken. Ik wil graag iets terug doen voor mijn sport. En ik heb een gave groep met collega’s, die internationaal veel beter zouden kunnen verdienen, maar die passie hebben voor het Nederlandse tennis.’
‘In deze baan is in 35 jaar nog nooit iemand door de voordeur vertrokken. Laat dat dan één van mijn drijfveren zijn: dat ik door de voordeur weg ga. Ik wil mijn dank uitspreken aan de steun die ik krijg van mijn bestuur, heel specifiek van bestuurslid toptennis Eric Wilborts. Mensen onderschatten die steun, van de overige directie en het bondsbestuur. Mede daardoor kan ik onze plannen uitvoeren, waaronder Five Steps To The Top.’ ‘Met alle internationale ervaring die ik heb, in het tennis en bedrijfsleven, durf ik te zeggen dat wij een organisatie aan het worden zijn die, binnen de internationale tennisorganisaties, bij de betere hoort. Dus het moet afgelopen zijn met het negatieve gezeur. Maar dat kunnen we alleen maar bereiken door uiteindelijk resultaten te laten zien.’
Wij danken Jacco Eltingh voor zijn medewerking!