De forehand van Nadal, de return van Djokovic en de backhand van Thiem. Op Twitter lezen we lijstjes waarin de beste speler ter wereld wordt samengesteld op basis slagen van uiteenlopende wereldtoppers. Leuk tijdverdrijf.
Een soortgelijk lijstje leverde ons wat meer stof tot nadenken op. Hier stond, tot ons verdriet, een Nederlander in. Het lijstje ging over de minste slagen/eigenschappen van subtoppers. Voor de volledigheid:
Eerste service: Errani
Tweede service: Dementieva
Forehand: Paire
Backhand: Johnson
Return: Isner
Volley’s: Simon
Beweeglijkheid: Karlovic
Mentale hardheid: Tomic/Gulbis/Haase/Safin/Safina
Daar staat Robin Haase. Terecht? We weten dat Haase af en toe irritatie oproept met zijn gedrag op de baan. Tegelijkertijd is hij de enige Nederlander die presteert de laatste jaren. Niemand komt ook maar in de buurt. Daarvoor maken we een graag een buiging.
Maar is hij mentaal niet sterk? En hoe bepaal je dat eigenlijk? Heeft Haase wedstrijden verloren die hij met meer inzet en mentale hardheid had kunnen winnen? We twijfelen. En hoe meet je zoiets? Welke statistiek helpt daarbij? Dit keer geen helder oordeel, maar meer een oproep tot discussie.