Vanmiddag zien we op Court Suzanne-Lenglen een oude bekende terug: Jack Sock. Hij speelt tegen Dominic Thiem en kan in die wedstrijd laten zien hoe ver hij is met zijn comeback. Sock kennen we als de rauwe hardhitter met een vernietigende forehand. En een klein buikje. Hij scheen niet populair te zijn binnen het circuit. Waarom weten we eigenlijk niet. Wij hadden daar nooit last van.
We herinneren ons Sock onder andere als een speler die af en toe kon lachen tussen de punten door- een zeldzaamheid op de Tour. Hij was een tijdje van de radar verdwenen. Eind 2017 bereikte hij het hoogtepunt in zijn carrière, met winst van het Masters toernooi van Parijs, een halve finale bij de World Tour Finals en de achtste plaats op de wereldranglijst. Daarna ging het volledig mis met Sock, door problemen met zijn motivatie, zijn zelfvertrouwen en door blessures. In 2018 won hij slechts 6 wedstrijden op de Tour. In 2019 niet één, zelfs niet op Challenger niveau.
Van april 2019 tot februari 2020 had hij zelfs geen ranking meer. Maar vanaf het begin van dit jaar is zijn comeback serieus begonnen. Met coach Alex Bogomolov heeft hij hard getraind, waaronder op zijn fysiek. Bij het grote Challenger toernooi van Indian Wells haalde hij de finale. En bij de US Open won hij in vijf sets van Pablo Cuevas, wat suggereert dat zijn trainingsarbeid vruchten heeft afgeworpen. Inmiddels heeft Sock op Roland Garros drie kwalificatieronden en de eerste ronde in het hoofdtoernooi gewonnen. Maar we zien Jack Sock op gravel zeker niet winnen van Dominic Thiem. Waarschijnlijk is hij kansloos. Wel is het goed dat hij terug is.
Jack Sock had na het rampjaar 2019 zijn rackets kunnen opbergen, maar deed dat niet. Hij koos voor de moeilijke weg. We hebben per definitie respect voor spelers die na zó’n diep dal toch proberen terug te vechten.