Na de finales van vanmiddag met Wesley Koolhof en vanavond tussen Daniil Medvedev en Dominic Thiem nemen we afscheid van de O2 Arena. Dat doen we met enige weemoed. De ATP Finals in Londen was ieder jaar een fantastisch evenement, ondersteund met gelikte marketing, schitterende lichteffecten en… met een gedicht.
De O2 Arena nam in 2009 het stokje over van de Tennis Masters Cup in Shanghai. In China was het eindejaarstoernooi een beetje een grauwe bedoening, in een land zonder tennishistorie. De keuze van de ATP voor Shanghai leek vooral bedoeld om de Chinese tennismarkt te openen. In Londen werden de (World) Tour Finals een echte tennisshow. Vanaf de eerste editie in de O2 Arena werd het toernooi succesvol gehypet, met `The race to London´, ´London calling´, ‘The final showdown’ en ‘It all ends here’. En het evenement zelf stond als een huis.
De blauwe baan is een lust voor het oog. Net als de digitale boarding daar omheen, de lichtshows en de tribunes in het duister die contrasteren met de felverlichte baan. Veel van deze noviteiten zijn inmiddels overgenomen door andere toernooien. En na de vrolijke, maar niet zo deskundige toeschouwers in Shanghai tilde ook het Engelse kennerspubliek het evenement naar een hoger tennisniveau.
Minder bekend is dat de Engelsen de Tour Finals ook voorzagen van een vleugje Britse literatuurgeschiedenis, middels de voordracht van een gedicht van William Ernest Henley. Deze dichter is geboren in 1849, verloor als tiener een been als gevolg van tuberculose en dreigde daarna ook zijn tweede been te verliezen. Naar aanleiding daarvan schreef hij in 1875 het gedicht ‘Invictus’, over incasseringsvermogen, standvastigheid en innerlijke kracht. Met die eigenschappen vereenzelvigen de Engelsen zich graag. Jarenlang werd dit gedicht bij de Tour Finals voorafgaand aan de wedstrijden voorgedragen. Het luidt als volgt:
Out of the night that covers me
Black as the Pit from pole to pole
I thank whatever gods may beFor my unconquerable soul
In the fell clutch of circumstance
I have not winced nor cried aloud
Under the bludgeonings of chance
My head is bloody, but unbowed
Beyond this place of wrath and tears
Looms but the Horror of the shade
And yet the menace of the years
Finds, and shall find, me unafraid
It matters not how strait the gate
How charged with punishments the scroll
I am the master of my fate
I am the captain of my soul
In het Nederlands: Vanuit de nacht die mij bedekt. Aardedonker van pool tot pool. Dank ik welke God dan ook. Voor mijn onoverwinnelijke ziel. In de klauwen van omstandigheden. Gaf ik geen krimp, noch schreeuwde ik het uit. Onder geknuppel van het toeval. Is mijn hoofd bloedig, maar niet gebogen. Voorbij deze plek van toorn en tranen. Duikt slechts de verschrikking op van schaduw. Maar de dreiging van de jaren. Vindt en zal mij vinden: onbevreesd. Het doet er niet toe hoe smal de poort. Hoe beladen met straf de toekomst ook is. Ik ben meester over mijn lot. Ik ben de gezagvoerder van mijn ziel.
William Ernest Henley (1849-1903)
Bijgaand filmpje start met het gedicht ‘Invictus’. Vanaf volgend jaar wordt het eindejaarstoernooi gespeeld in Turijn. Hopelijk weet die stad het toernooi net als Londen een eigen identiteit te geven. Hoewel zonder publiek, genieten we vanmiddag en vanavond nog één keer van de prachtige, blauwe O2 Arena. Met enig verdriet zeggen we daarna vaarwel tegen de Tour Finals in Londen.