Het eerste toernooi in de Open Era

Het is deze week 53 jaar geleden dat het eerste officiële toernooi in de Open Era werd gespeeld. De British Hard Court Championships, op de tennisbanen van de West Hans Club in Bournemouth, Engeland. Dat vond plaats van 22 tot en met 27 april 1968.

In de voorafgaande decennia was tennis een amateursport. Hoewel dat amateurisme in de jaren voor 1968 schimmig was. Spelers die formeel amateurs waren, werden wel degelijk betaald, middels ´onkostenvergoedingen´ van toernooiorganisatoren en van hun bonden. Soms kregen ze onder de tafel nog wat extra geld. De toppers onder de amateurs verdienden daardoor een redelijk goede boterham. Dat werd ´shamateurism´ genoemd.

Maar spelers die openlijk kozen voor een carrière als prof, verdienden in hun eigen toernooiencircuit echt goed geld. De keerzijde was dat zij werden uitgesloten van de amateurtoernooien, waaronder de vier Grand Slams en de Davis Cup. Dat gold bijvoorbeeld voor Rod Laver, die in 1962 prof werd nadat hij zijn eerste Grand Slam had voltooid. Zijn volgende Grand Slam toernooi zou hij pas weer spelen in 1968, het jaar van de Open Era, dat dus officieel begon in Bournemouth.

Ruim een half jaar daarvoor was het Wimbledon dat de steen in de vijver had gegooid. De voorzitter van de All England Club noemde het amateurisme een ‘living lie’ en organiseerde in augustus 1967 een driedaags demonstratietoernooi voor acht professionals. Dat toernooi werd op televisie uitgezonden door de BBC en het Centre Court van Wimbledon was gedurende de drie dagen uitverkocht. Na het succes van dit toernooi pleitte ook de Engelse tennisbond voor het openen van Wimbledon voor profs. De weg was ingeslagen naar het begin van de Open Era op de West Hans Club in Bournemouth.

Er werd in 1968 in Bournemouth met spanning uitgekeken naar wedstrijden tussen amateurs en profs, die tot die week in april 1968 immers nooit tegen elkaar hadden gespeeld. Hoe lagen de verhoudingen? Waren de profs echt (veel) beter dan de amateurs? Er deden in Bournemouth zes professionals mee: Ken Rosewall, Rod Laver, Andres Gimeno, Roy Emerson, Pancho Gonzales en Fred Stolle.

De eerste bal in de Open Era werd geslagen op 22 april 1968 om kwart voor twee in de middag, op het moment dat John Clifton de eerste service sloeg in zijn wedstrijd tegen Owen Davidson. Clifton won dat eerste punt, maar Davidson was de eerste winnaar van een wedstrijd in de Open Era.

De eerste partij tussen een amateur en een prof was die tussen de Engelsman Mark Cox en Pancho Gonzales, in de tweede ronde van Bournemouth. Cox werd de held van het toernooi. Het was de tijd dat alle wedstrijden nog werden gespeeld om drie gewonnen sets. Cox verloor de eerste set met 6-0 van Gonzales. De conclusie was duidelijk: de amateurs waren geen partij voor de profs. Maar dat bleek voorbarig. Cox won alsnog, in vijf sets, en versloeg in de kwartfinale ook Roy Emerson. Mark Cox werd later zelf ook prof, met succes. Hij won 14 toernooien en bereikte in 1977 de 12e plaats op de wereldranglijst. Later werd hij onder andere tenniscommentator bij de BBC. Momenteel is Cox 77 jaar en woonachtig in Londen.

Maar ondanks het succes van Cox waren het toch profs die tegen elkaar in de finale stonden: Ken Rosewall en Rod Laver. Rosewall won in vier sets en verdiende daarmee 2.400 dollar.

Het toernooi van Bournemouth bleef tot 1984 bestaan, waarna het in de jaren ’90 een kortstondige comeback maakte, om door een gebrek aan sponsoren vervolgens definitief te verdwijnen. Vandaag de dag bestaat het complex nog steeds. Inmiddels is het een multifunctioneel sportcomplex, met 3.500 leden en met naast tennis ook fitness, squash, padel en zwemmen.

De West Hans Club in Bournemouth blijft voor altijd de lokatie waar de Open Era van het tennis is begonnen. “At last the game had been set free”.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s