Het toptennis zit even in een soort van niemandsland, tussen Wimbledon en het Olympisch tennistoernooi in. Er zijn momenteel wat kleinere toernooien, vooral voor spelers die niet naar Tokyo gaan. En met heel mooi Nederlands succes!
Allereerst over het Olympisch tennistoernooi. Eigenlijk mag dat toernooi niet in één adem worden genoemd met Wimbledon. Hoewel de ATP daar blijkbaar anders over denkt. De website van de spelersbond publiceert sinds jaar en dag de ‘Big titles leader’: een vergelijk van de overwinningen van Novak Djokovic, Rafael Nadal en Roger Federer bij Grand Slams, Masters-toernooien en de Tour Finals. En wat deed de ATP onlangs? Aan die big titles is inmiddels ook de Olympische tennistitel toegevoegd. Oftewel, een extra big title voor Nadal. Onterecht, vinden wij.
In tennis is Olympisch goud geen grote prijs. Het toernooi heeft nauwelijks historie, er wordt niet gespeeld om drie gewonnen sets en er kunnen geen punten voor de wereldranglijst worden verdiend. En ook als er geen corona zou zijn, zouden veel spelers het toernooi mijden. Natuurlijk: voor een sporter is het mooi om een gouden Olympische medaille in de kast te hebben hangen. Ook voor een tennisser. En we begrijpen dat Djokovic een Golden Slam wil realiseren. Maar dan nog is het Olympisch tennistoernooi een tussendoortje. Voor de finale van Wimbledon houden we de agenda leeg; voor de Olympische tennisfinale zetten we geen wekker.
Mooi was het Nederlands succes in Amersfoort afgelopen weekend. Twee finalisten bij het Challenger-toernooi aldaar. Tallon Griekspoor en Botic van de Zandschulp. Beide jongens zijn goed bezig dit jaar, met kwalificaties voor Grand Slams en voor Griekspoor zelfs drie Challenger-toernooioverwinningen. De top-100 lonkt, vooral voor Griekspoor.
Van de Zandschulp gaat deze week in Finland verder op Challenger-niveau, terwijl Griekspoor een categorie hoger gaat. Een goede keuze, wat ons betreft. Als je echt wilt doorbreken, moet dat gebeuren bij ATP-toernooien. Morgen speelt hij in de eerste ronde van het toernooi van Gstaad tegen Juan Ignacio Londero. Dat is te doen. En mocht hij winnen, dan is zijn volgende tegenstander Benoit Paire. Die bakt er weinig van dit jaar, met 4 overwinningen en 18 verliespartijen. Maar nooit een saai moment met de Fransman. Vandaag liet hij weer een knap staaltje balcontrole zien. Tweeners zijn 13 in een dozijn, maar deze bal is een truc van de buitencategorie.