Vannacht versloeg John Isner Brandon Nakashima in de finale van het toernooi van Atlanta. Daarmee won hij dat toernooi voor de zesde keer. Een bijzondere prestatie.
Een paar mooie statistieken: Isner is pas de derde Amerikaan in de Open Era die een toernooi minimaal zes keer wint. De andere twee zijn Pete Sampras en Andre Agassi. En van de actieve spelers is hij de vierde die dat presteert. De andere drie laten zich raden: Novak Djokovic, Rafael Nadal en Roger Federer. Okay, bij de Grote Drie praten we dan over (onder andere) de Australian Open, Roland Garros en Wimbledon, terwijl Atlanta ‘slechts’ een 250-toernooi is. Maar toch is het knap.
Isner is bovendien de oudste Amerikaanse speler die een ATP-toernooi wint sinds Jimmy Connors in 1989. Inmiddels is Isner 36 jaar. Na Roger Federer is hij de oudste speler in de top-30 van de wereldranglijst. Hoewel Isner natuurlijk al lang mee gaat op de Tour, werd hij pas professional op zijn 22e, nadat hij eerst een studie afmaakte aan de universiteit van Georgia. Ter vergelijking: Stefanos Tsitsipas is op dit moment 22 jaar en staat vierde op de wereldranglijst. Isner kunnen we gerust een laatbloeier noemen.
Hij is natuurlijk een aparte tennisser. Zijn servicegeweld is bekend. In zijn carrière heeft hij inmiddels 12.901 aces geslagen, wat een gemiddeld aantal per wedstrijd is van ruim 18. Van alle spelers van wie de ATP sinds begin jaren ’90 de statistieken bijhoudt, staat Isner daarmee op de derde plaats. Alleen Ivo Karlovic en Reilly Opelka (toevallig ook nog actieve spelers) doen het beter, met ruim 19 aces per wedstrijd. Richard Krajicek staat 15e op die lijst. Maar kijkend naar alle servicestatistieken bij elkaar (eerste service in, gewonnen punten op service, servicegames gewonnen, aces, dubbele fouten), dan is Isner de beste serveerder sinds de metingen.
Toch is het niet alleen zijn service die goed is. Ook de forehand van Isner is fantastisch. En zijn volleys zijn uitstekend, ver boven het gemiddelde niveau van tegenwoordig. Uiteraard, zijn voetenwerk is belabberd. Het is soms lachwekkend hoe gemakkelijk tegenstanders in rally’s winners tegen hem kunnen slaan. Maar met de combinatie van zijn service, forehand en volleys kan Isner dodelijk zijn.
Daarbij is hij mentaal ook nog ‘ns ijzersterk. Het is altijd mooi om te zien hoe hij aan het einde van sets een break probeert af te dwingen door returns met zijn forehand vol aan te pakken. En lukt dat niet, dan wint hij meestal de tiebreak. Het is knap hoe Isner zijn wapens heeft geperfectioneerd en daarmee het maximale uit zijn carrière haalt. Hij speelt niet het meest oogstrelende tennis.
Maar we houden van diversiteit op de Tour en we waarderen zijn kwaliteiten. Van ons mag John Isner nog wel een tijdje toptennisser blijven.