Naomi Osaka maakte het onderwerp bespreekbaar: de mentale problemen waar tennissers tegenaan lopen. Maar blijkbaar – en dat wisten we niet – kampte oud toptienspeler Mardy Fish daar al veel eerder mee. In de Netflix-docu Breaking Point wordt zijn fascinerende verhaal verteld.
Hij groeide op in dorpje en mocht komen trainen bij de Amerikaanse bond in Saddlebrook, Florida. Op zijn 15e. Andy Roddick was een leeftijdgenoot en hét grote talent. De twee raakten bevriend en Mardy moest eigenlijk vooral Andy beter maken. Hij beschouwde Roddick als broer en woonde op een gegeven moment zelfs een tijdje bij de familie Roddick. Andy en Mardy moesten snel ook doorbreken; er was een grote behoefte aan nieuwe sterren na Sampras en Agassi. En het gaat snel de goede kant op. De twee ontmoeten elkaar in de finale van het grote toernooi van Cincinnati in 2003. Mardy is 21 en speelt zijn belangrijkste match in zijn leven tot dat moment. Tegen de speler die hij door en door kent. En ja, hij komt op matchpoint en het grote denken begint. Weet Andy wat ik denk, en gaat hij daarop anticiperen. En moet ik dan…Hij denkt teveel, Andy slaat keihard terug en wint de partij. Niet veel later wint Andy ook de US Open. A star is Born.
Geestig is het intermezzo waarin Andy uitlegt waarom hij is blijven steken op 1 slamoverwinning: Roger Federer. Ook Mardy maakt kennis met de maestro. Hij staat in de finale van Halle 6-0, 3-0 achter en krijgt echt het gevoel dat RF voor het publiek de lijdensweg nog even wat verlengt. Djokovic en Nadal doen hun intrede en de Amerikanen vallen weg. Geen doorbraak, zeker niet voor Fish. De jaren vliegen voorbij, en de successen blijven uit. Hij stelt zich de vraag in 2009: haal ik er wel alles uit? Hij maakt de stap – knap! – om er nog een keer voor te gaan. Samen met zijn trainer bepaalt hij het doel: de WTF in Londen. Dieet, zuurstofkamer, om half acht ’s avond naar bed. En in 2010 in Newport is hij 14 kilo afgevallen en een ‘absolute beast’ op de baan. Tijdens een spannende partij gaat hij een grens over en bijt hij een bevriende tegenstander toe: ‘You can’t fucking beat me.’ Een vriendschap minder, een toernooi gewonnen.
Alle grote spelers pakt hij in de periode erna. Negen keer had bij van zijn vriend Andy verloren en nu pakt hij hem twee keer. Ook wint hij van Rafa. Op zijn 30e is hij de beste Amerikaanse speler en staat hij nummer 7 op de wereldranglijst. En hij gaat naar Londen. Het succes is van korte duur; in 2012 verliest hij in de eerste ronde toernooi na toernooi. Hij voelt dan al forse spanning en moet een keer naar het ziekenhuis omdat zijn hart tekeer gaat: ‘I’m dying’.
Het dieptepunt is de 2012 US Open. Hij is de grote hoop, Andy is net gestopt. Fish krijgt de felbegeerde avondmatch in NY tegen Giles Simon. Hij moet tot ver na middernacht spelen – hij kan niet meer stoppen met denken, hij voelt zich volkomen verlaten en heeft later geen idee hoe hij de match heeft gewonnen. De laatste veilige plek in zijn leven – de baan – is nu ook verdwenen.
De volgende ronde: de heilige graal, hij mag aantreden tegen Roger Federer. Maar in de uren voor de match wordt de spanning teveel. Hij trekt zich terug van de US Open vanwege gezondheidsproblemen. Het begin van een dramatische periode vol paniekaanvallen. Hij vindt na maanden een psycholoog waar hij mee kan praten en er volgt medicatie. Andy blijft bevriend, ook in die tijd. Langzaam krijgt hij weer grip op zijn bestaan.
Maar open was hij er niet over. In 2015 schrijft hij eindelijk zijn verhaal op, over 3 jaar leven met angststoornissen. En er is waardering voor zijn openheid, ook van andere tennissers. Fish keert uiteindelijk terug in het tennis als teamcaptain van de Davis Cup. ‘Still I daily battle, but I win everyday.’ De docu is de moeite waard, het laat een fascinerende reis zien van een jonge prof die de top haalt – de top10 van de wereld – maar uiteindelijk aan de druk bezwijkt. En gelukkig ook weer omhoog krabbelt. Sympathieke hoofdrolspeler met de nodige mentale uitdagingen. Waardevolle docu: 3 ballen!