Moeten we Nick Kyrgios als toptennisser serieus gaan nemen? Feit is dat hij zijn finaleplaats op Wimbledon een goed vervolg heeft gegeven, met winst van het toernooi van Washington.
Kyrgios is allereerst en vooral een circustennisser, die iedere mogelijkheid benut om ballen door zijn benen te slaan. En die toeschouwers vraagt in welke hoek hij moet serveren (en dat vervolgens ook doet). Dat is allemaal leuk en onderhoudend voor het publiek. Maar het wordt vervelend als hij daarnaast begint te vloeken, met rackets gooien en de umpire beledigt. Dergelijk wangedrag zien we helaas te vaak van hem.
In Washington was van misdragingen van Kyrgios geen sprake. Hij overleefde zelfs matchpoints tegen Frances Tiafoe en won het toernooi uiteindelijk zonder verlies van een servicegame. Na afloop van de finale gaf hij aan een verandering te hebben ondergaan en met nieuwe energie op de tennisbaan te staan. Hij was naar eigen zeggen getransformeerd.
Die verandering betreft zijn mentale gesteldheid, na een periode van eenzaamheid en somberheid. De psyche van Kyrgios is ondoorgrondelijk: zijn mentale hoogtepunt komt ruim twee weken voordat hij zich in de rechtbank moet verantwoorden voor vermeend huiselijk geweld tegen een ex-vriendin. Blijkbaar heeft hij vertrouwen in de uitkomst daarvan.
Een belangrijke kwaliteit van een toptennisser is dat hij week in week uit goed presteert, het hele jaar door. Kyrgios heeft het talent en de slagen om een toptennisser te zijn, maar die kwaliteit heeft hij niet. In de aankomende week kan Kyrgios al in de tweede ronde van het 1000-toernooi van Montreal uitkomen tegen Daniil Medvedev. Dat wordt een test voor beiden. Laat de Australiër in weer een nieuwe tennisweek zien dat er inderdaad sprake is van een ‘nieuwe Kyrgios’?
Misschien voor even.
Maar zelfs bij eventuele winst op Medvedev in Canada geloven wij niet in een definitieve transformatie. Voor Nick Kyrgios geldt het aloude spreekwoord: een vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken.